Formulaire contact
De graniet architectuur van de Bougès en Mont Lozère
Van de vele streken bestaande uit graniet is er slechts één direct verbonden met de Causses & Cévennes te weten de ‘Mont Lozère’. Een historisch verbond uit het vroegere Gévaudan.
INLEIDING
Sinds mensenheugenis het zomerverblijf van de kuddes uit de Languedoc (de traditionele Transhumance) met de daaruit voortvloeiende uitwisseling van cultuur, technieken en produkten. door een lange gedeelde geschiedenis en cultuur.
De Mont Lozère en de Bougès zijn twee parallel lopende granieten bergketens georienteerd richting oost-west, gescheiden door de rivier de Tarn in het zuiden van het Massif Central.
Gemiddelde hoogte tussen 1000 et 1400 meter met als hoogste punt 1700 meter (1699 m als u van exacte cijfers houdt).
De architectuur gerealiseerd in graniet is van een brute schoonheid en onvoorwaardelijk perfect geïntegreerd in haar omgeving.
Vormen en kleuren zijn in harmonie met de groene weiden en de grijzen steenchaos her en der verspreid in het landschap.
De geïsoleerde boerderijen, meestal gegroepeerd tot een gehucht of dorp zijn gebouwd òp, of zelfs in de kale rots, overwegend dààr waar de hellingshoek van de berg verminderd en mogelijkerwijs weiden, bruikbare landbouwgrond en een bron tot de beschikking staan.
Soms moet het water van ver komen en wordt in dat geval door bestraatte en/of uit de rots gehakte kanalen geleid; één van de vele karakteristieke onderdelen van architectuur en landschap.
Omdat de winters buitengewoon streng en lang kunnen zijn, met sneeuw die meerdere maanden blijft liggen, kommuniceren de verschillende delen van een boerderij ook via binnen, een unicum in de architectuur van de Causses & Cévennes waar alle vertrekken en étages slechts via buiten toegankelijk zijn.
De onbewerkte rots en stenen van graniet bestaan van nature uit overwegend ronde vormen, wat ondanks hun massieve karakter een speelse, vriendelijke indruk geeft.
Zo heeft ook de architectuur een goedmoedige uitstraling, dit in scherp kontrast met het barre klimaat.
Vanwege het klimaat heeft het dorp van de Mont Lozère twee typische archtecturale componenten:
De broodoven; een hele grote oven met zitbanken rondom in de voorkamer van het stookhuis om als ontmoetingsruimte te dienen.
De klokketoren (le clocher de tourmente=storm), een gemetselde toren van rondom recht gehouwen granietstenen met bovenin een klok om te luiden tijdens sneeuwstormen om te voorkomen dat mensen verdwalen; ook gebruikt voor het inluiden van festiviteiten of rouw.
HET HUIS
Een huis op de Mont Lozère is tamelijk laag en massief van karakter, het bouwmateriaal is zwaar en zodoende moeilijk hanteerbaar.
Het heeft weinig en kleine openingen net als huizen van kalk- of leisteen, maar het grondplan is langwerpiger. De vertrekken met dikke muren van grote brokken graniet doen krachtig, robuust en kompakt aan.
Begane grond bevind zich het woonhuis en de stal met ingebouwde natuurstenen drinkbakken voor de beesten; op de eerste verdieping bevinden zich stro-opslag en hooizolder boven de stal en pas veel later in de geschiedenis slaapkamers boven de keuken. Soms zijn er ook nog uit de rots gehakte kelders onder het huis.
DE WOONKAMER / KEUKEN
In de keuken die dient als woonkamer wordt de gigantisch grote schoorsteen gedragen door een boog van op maat gemaakte stenen. Deze schoorsteen overspant de hele ruimte en de krachten worden via de boog overgedragen op de buitenmuren.
In de schoorsteen bevindt zich haard, asla, de opening van de broodoven, gootsteen, ruimte om eten warm te houden, een grote uitzwenkbare arm en onderzetters om ketels boven het vuur te hangen/zetten.
Onder de vloer van platte granietstenen (les barres), is drainage aangebracht om het water wat uit de rots sijpelt af te voeren .
Het woonhuis en de stallen zijn verschillende ruimtes, die verbonden met elkaar zijn via een deur
of in elkaars verlengde, het model ‘en barre’ gescheiden door een muur van steen of door een houten schot bij arme mensen (boeren zonder grond)
of loodrecht op elkaar, afhankelijk van de natuurlijke helling van het terrein.
In geval van een zeer slechte winter moet het vee zes maanden op stal blijven,zodoende zijn de luiken naar de hooizolder boven de stallen, méér als functioneel.
De ruimte boven de keuken, opslagruimte of slaapkamer is gescheiden door een houten tussenvloer en de daarnaar toe leidende trap is afgetimmerd met hout. Deze ruimte wordt verlicht via een klein raampje in de gevelmuur beschut door de overstekende dakrandstenen.
SLAAPKAMERS
Pas in de vorige eeuw bestemt men ruimtes specifiek tot slaapvertrekken. Na het slapen in de woonkamer op de grond en later in bedstedes verhuist dit gebeuren naar boven de keuken.
HET RIETEN DAK
De traditionele dakbedekking van roggestro is gaanderweg vervangen door dakleien. Bij sommige huizen ziet men nog de kolossale dakrandstenen in trapvorm op de gevelmuren ( ‘les pas de moineau’-mussentrap), die een afdakje tegen regen op de buitenmuur vormt en bovendien het windgevoelige dakstro vastzet, zoals bijvoorbeeld te zien bij 'le Mazel',' l’Hôpital', 'la Vialasse' en ' Bellecoste'.
Het verbouwen van rogge -inmiddels verleden tijd, heeft duidelijke sporen in de architectuur nagelaten:
De grote schuur heeft altijd een deur aan de hoge kant van de berg, uitkomend op de dorsvloer. Afhankelijk van de aard van het erf is deze of begane grond of toegankelijk via een loopbrugje (‘la montade’).
Loodrecht op deze deur, in de voorgevel van de schuur is een tweede opening aangebracht om het hooi te laden en lossen en om tocht te kunnen créeren om 's winters binnen te kunnen dorsen.
Sinds de regressie van de landbouweconomie is de agragrische aktiviteit beperkt tot veeteelt; runderen vier seizoenen door en de zomerse schapentrek (transhumance) als nevenaktiviteit.
Zodoende zijn er talloze hectaren grond slechts zomers begraasd, een traditie die stamt uit de twaalfde eeuw. Al destijds landerijen zijnde van de abdijen gesticht vanaf het jaar duizend.
GRANIET
De granietsteen wordt ter plaatse gedolven, niet in lagen zoals bij de leisteen of de kalksteen maar in grote massieve brokken van zeer variabele afmetingen overwegend losliggend aan de oppervlakte, de zogeheten 'chaos'.
Sommige stenen worden direct in de muren verwerkt, andere worden gespleten of nog verder bewerkt, afhankelijk van de financiële middelen, tijdperk en doel van het gebouw.
Een steenhouwer laat met zijn hamer de steen overal 'klinken' om achter de potentiële breukvlakken te komen. Op de as van de breuk hakt hij kleine sleufjes waar hijzijn beitels in plaatst, die hij op gehoor beurtelings dieper slaat.Als de rots op splijten staat verandert plots het geluid en breekt de gigantische grote brok in twee keurige helften.
De fundamentstenen, de kruisverbandstenen en de hoekstenen hebben zeer grote afmetingen, de overige stenen variëren sterk van maat.
DE MUREN
De brede muren worden ‘a fruit’geconstrueerd: breed aan de basis en naar boven toe versmallend, tussen de 1 m.30 en 80 cm, met een verspringing bij elke verdiepingsvloer.
Duurdere huizen en gebouwen worden van grote stenen gemaakt met overal kruisverbindingsstenen zoals MAS CAMARGUE, RUNES, L’HÔPITAL.
Maar meestal wordt een muur opgetrokken uit twee losstaande buitenwanden opgevuld met stenen van allerlei maat, regelmatig met elkaar verbonden door grote stenen als dwarsverbanden, de kopse kanten van deze zogeheten 'boutisses' zijn goed zichtbaar.
Het verband in de oudste muren is gerealiseerd met stenen van verschillende afmetingen, maar precies op maat gehakt zodat ze perfect in elkaar grijpen,(‘opus incertum’).
DE OPENINGEN
De openingen in de massieve muren zijn spaarzaam; een deur, een raam en een klein raampje 'un fenestrou’ in de woonkamer/keuken; en enkele kleine, bijna vierkante venstertjes in de stal.
Het geheel van openingen in aantal en maat komt bijzonder miniem over in het kollossale massieve geheel van grote stenen en muren en geeft het effekt van bescherming.
De openingen zijn gegroepeerd in de kopse gevel gewoonlijk op het westen.
Omdat de meeste boerderijen half in de rots uitgehouwen zijn aan de noordzijde heeft vrijwel elk vertrek een opening begane grond en aan de andere zijde de muur op het zuiden en de opening een étage lager.
De deuroverspanningen zijn gemaakt van twee, drie of vijf wigvormige stenen die in boogvorm klemmen.
UITBREIDINGEN
Uitbreiding van de boerderij geschiedt meestal aan beide zijden van het reeds bestaande deel, of loodrecht hierop, afhankelijk van de hellingshoek van de berg.
Aan de kopse kant van de stal bouwt men vaak een afdak voor beesten of landbouwwerktuigen. De broodoven wordt geïntegreerd in de kopse muur van de keuken of wordt later hieraan aangebouwd.
Welvarende boeren vervolgen eventuele uitbreiding rond een binnenplaats met een grote poort in boogvorm, een soort vestingwerk zoals: la ferme de l’Aubaret, Issenges enz.
Omdat er op de rotsachtige ondergrond geen reden is om "grond" uit te sparen zien we veel gehuchten zich wat uitgespreider, uit losstaande delen ontwikkelen.
ARCHITECTUUR TUSSEN GEBOUWEN EN GRANIETCHAOS
Een oplettend oog kan tussen en rond de klassieke
architectuur - de gebouwen, en verspreid over het landschap een goot aantal architecturale elementen waarnemen.
De geïsoleerde ligging van de hoofdzakelijk autarkische boeren hebben allerlei van steen gerealiseerde oplossingen bedacht voor beesten, gewassen en water. Geschapen uit praktische overwegingen zijn ze door de techniek en materialen van toen, allen ook esthetisch zeer geslaagd.
- De dorsvloer: groot natuurstenen vloer van mooie vierkanten stenen, rondom ommuurd.
- Uit de rots gehakte waterkanalen voor aan- en afvoer en grote waterreservoirs, geheel van graniet.
- Watermolens.
- Daken en vloeren van grote platte granietstenen van oven en waterbron.
- Oude afscheidingen van graniet tussen weiden enz. van aaneensluitende grote ronde granietstenen.
of uit graniet gehakte palen. - De gestapelde muren met geïntegreerde rotsblokken aan de lage kant van de spaarzame landbouwgrond om deze op zijn plaats te houden.
- Een prachtige verzameling uit steen gehouwen kruizen in dorpen en langs (bedevaart)paden.
- Kleine hutjes om te schuilen, verspreid in het landschap.
- 'Les ferradou', fraaie constructie waarin ossen van nieuwe hoefijzers werden voorzien.
- Drinkbakken voor de beesten en wasbakken, monoliet.
- Oude wegen aan beide zijden ommuurd en vaak ook bestraat.
- Les drailles, de typische oude uitgesleten paden voor de jaarlijkse schapentrek.
- De bruggen; zelfs ver boven het waterniveau uitstekend zijn de meeste na elke vernietigende wateraanwas weer opnieuw gebouwd; keer op keer, de huidige bruggen zijn niet ouder als de 19e eeuw.
- De rechtopstaande granieten grafstenen in de familiegraven naast de huizen, een herinnering aan de protestantse geschiedenis.
- Kruiswegen (les calvaires).
De granieten bakens voorzien van een Maltezer kruis die het landgoed van 5000 hectares aangeven van de vroegere orde ' Hospitaliers de St. Jean de Jerusalem' rond de 'Commanderie de Gap-Françès l’Hopital'.
EEN BEZOEK WAARD
Om een goede indruk te krijgen van het prachtige granieten erfgoed kunt u het 'Ecomusée du Mont Lozère' bezoeken : architectuur daar waar ze gecreëerd is, in het landschap waar ze tot leven is gekomen, bewaard en gerestaureerd in haar oorspronkelijke karakteristieke vorm.
LA GARDE GUERIN
Het vestingstadje La Garde Guérin boven de gorges du Chassezac vertegenwoordigt een bijzonder goed bewaard exemplaar van middeleeuwse architectuur. Het geheel van straatjes, kerkje en kasteel en de omgeving zijn een bezoek waard.
Het vroegere pad de Régordane (nu de Grande Randonnee 72) werd aangelegd in de XII e eeuw voor uitwisseling van goederen tussen de Auvergne en de Velay in het noorden, en de Languedoc en de middellandse zee in het zuiden. Dit en andere kastelen : Montfort en Portes, evenals een aantal vestingstadjes aan deze route funktioneerde als tol-inners voor passage. Dit in ruil voor bescherming die hoognodig was vanwege de talrijke struikrovers in die tijd.
LE MAS CAMARGUE
Geconstrueerd op de hoogvlakte van de boven Tarn, waarvan sporen terug te vinden zijn in de archieven van 1476.
De huidige gebouwen dateren uit 1887. De drie étages zijn geen klassiek voorbeeld uit die tijd, althans niet op een hoogte van 1360 meter.
Opmerkelijk is ook het aanwezige gewelf wat de technische invloed van caussenarde architectuur doet vermoeden.
In 1635 bestond het huis slechts uit twee verdiepingen, het dak van het woonhuis was reeds met leien bedekt en de gebouwen met agrarische bestemming met riet.
Deze fraaie boerderij in ‘L’-vorm geheel van gehouwen stenen vertelt een verhaal van vele levens en veranderingen.
LA MAISON DE TROUBAT
Tussen Masméjean en Gourdouze, in de gemeente St. Maurice de Ventalon, ligt deze prachtige rose granieten boerderij met fraaie details die een vroegere rijkdom verbeelden.
Van het vroegste gebouw in L-vorm aan de oostkant is de gevel geveld in 1930 om een weg te kunnen realiseren. Er zijn geen sporen van een vroeger rieten dak, wel is opmerkelijk de verbindingstenen in de muur, de grote schoorsteen, de uitstekende stenen als dakgootsteun (les corbeaux), het ingenieuze watersysteem en veel andere details.
L’HOPITAL
Een rijk voorbeeld van locale architectuur : meerdere dorsvloeren; gigantisch grote schoorstenen, rieten daken, mooie deurposten, meerdere molens, waarvan één gerestaureerd, broodovens en een bijzonder irrigatiesysteem ...
En nog vele andere bezienswaardigheden : Les Badieux, La Boulade,Bellecoste, Montgros, Grizac, (château de Grimoard, ouderlijk huis van Urbain V ),Le Pont de Montvert, Rousses, , les Urfruits enz.
VARIATIES OP DE ARCHITECTUUR VAN GRANIET
In de contactzones met ander gesteentes krijgt ook de architectuur een ander aanzicht :
- Graniet / kalksteen : Cham des Bondons
- La Fage : opmerkelijke architectuur die zowel de twee gesteentes als de twee tamelijk verscheiden technieken verenigd heeft.
- Graniet / leisteen : het massief van de Bougès
- Graniet / kalksteen / leisteen : vallée du Lot
Eisen, materiaal, veranderende technieken, persoonlijke accenten en voorkeuren van vaak reizende 'ondernemers', welvaart en modes hebben bijgedragen tot een esthetisch fraai en variabel erfgoed.