Inleiding tot de traditionele architectuur van het zuid Massief Central
Het gebied van de Causses (kalkstenen hoogvlaktes), Gorges du Tarn, leistenen Cevennen & granieten Mont Lozère
Deze prachtige streek omvat het zuidelijke deel van het Massif Central en het noordelijk deel van de Languedoc. Haar architectuur is buitengewoon interessant en divers te noemen.
De drie geografisch verschillende regio's onderscheiden zich door de daar aanwezige steensoort: kalksteen, leisteen en graniet. Deze vormen het landschap en bepalen de architectuur.
Niet alleen bepaalt het landschap de architectuur, maar ook omgedraaid. Voor de aanleg van terrassen, watervoorzieningen, e.d., is het landschap vormgegeven. De sporen van menselijke activiteit, in deze landelijke regio's, zijn overal te herkennen. Op veel plaatsen kan men met recht van aangelegde natuur spreken.
Alles wat hier gedurende eeuwen geconstrueerd is, getuigd van optimaal begrip van de steensoort ter plaatse.
Allerlei, soms verbluffende mogelijkheden van het natuurlijke materiaal en de techniek zijn aangewend om tegemoet te komen aan de eisen van de bewoner en van de omgeving. Beide zijn afhankelijk van de beschikbare natuurlijke rijkdom, (zoals water, aarde en klimaat), per regio zeer verschillend.
koud gestapelde muur van leisteen
De gebouwen en geconstrueerde delen rond elke boerderij
('mas') hebben overwegend agrarisch functionele bestemmingen.
Tussen de verschillende onderdelen van de 'mas', net daar buiten tot en met zeer ver daar van verwijderd, herkent men de aangelegde muren, trappen, paden, waterkanalen, enz.; dit vooral in het leisteengedeelte van de Cevennes.
Verderop kunt u lezen over de karakteristieken van de traditionele architectuur per regio, onderverdeeld in de kalksteen Causses, de leisteen Cévennes en granieten Mont Lozère, maar nu eerst een aantal gemene delers.
Karakteristieken van de traditionele architectuur
De eenheid van stijl is te wijten aan de fysieke beperkingen opgelegd door de ruige natuur: een grote afwisseling in reliëf, een hoge gemiddelde hoogte en een uitermate wispelturig klimaat, fluktuerend tussen extremen.
De onherbergzaamheid bemoeilijkt het verkeer waardoor locaties onderling en stedelijke gebieden erg ver weg lijken te liggen.
In dit mooie noeste gebied hebben de bewoners er hard aan getrokken om cultiveerbare grond, een woning en onderdak voor beest en oogst te créeren, met de ter plaatse aanwezige middelen.
De boerderij werd nooit op potentiële landbouwgrond gebouwd, maar meestal op rots. Dit om een stevig fundament te hebben en geen goede aarde te verkwisten.
De aanwezigheid van water, een gunstige ligging t.o.v. de zon en beschutting tegen de meest voorkomende winden bepaalden de plaats van bouwen.
Om zo min mogelijk last te hebben van de extreme temperaturen, heeft de keuken annex woonkamer een blinde muur of is zelfs in de rots uitgehakt. De imposante schouw met schoorsteen beslaat een gehele gevelmuur. De tegenoverliggende muur wordt gedeeld met de aangrenzende werkruimtes of stallen. De voordeur en de kleine ramen zitten op de zonnigste zijde. De ruimte boven de woonkeuken dient als slaapkamer, bergruimte of zolder en geeft extra thermische isolatie.
Het dakspant of gewelf is zwaar uitgevoerd zodat ze het het dak plus nog een potentieel pak sneeuw kan dragen.
kalksteenIn alle drie de regio's verzorgde een vrijwel autarkisch evenwicht tussen landbouw en veeteelt het levensonderhoud. Zodoende hebben de stallen en de voedselopslag voor beesten een vooraanstaande plek, tegen en/of dichtbij het woonhuis.
Met de bevolkingsaanwas en de noodzakelijke uitbreiding en vernieuwing van de landbouw- aktiviteiten groeit de boerderij steeds verder aan. Telkens bouwt men nieuwe vertrekken, soms rondom een binnenplaats, maar vaak ook volgens een minder gestructureerd asymmetrisch plan.
De traditionele bouwkunst is van natuursteen en doorgaans koud gestapeld. Soms met aarde of kalkmortel gemetseld, afhankelijk van tijdperk en funktie.
De bovenposten van raam- en deur-openingen bestaan uit een grote gehakte steen of van hout, indien voorradig.
De verschillen in realisatie van muren, daken, tussenvloeren en/of gewelven en de toegepaste techniek, zijn in eerste instantie bepaald door de aanwezige materialen. Pas later werden zij door persoonlijke voorkeuren en financiële middelen bepaald. Ontwikkelingen in techniek maakte tegemoetkomen aan een verbeterde funktionaliteit en diferentiatie van bestemmingen mogelijk.
Door het steeds aanpassen aan veranderende eisen aan elke 'mas', het hergebruik van stenen, het integreren van oude delen en het zich verplaatsen van bouwmodes is de leeftijd van een 'mas' moeilijk te duiden.
Het aanzien van gebouwen en hun onderlinge verdeling is altijd een dynamisch geheel geweest, evenals de haar omringende natuur.
De traditionele architectuur is in duizend jaar geworden tot wat zij is. Zeer fraai, de moeite van het bekijken en van het behouden waard.